A: Wij geloven dat jonge makers meer kunnen dan vaak word gedacht. Natuurlijk is de ene leerling de andere niet. Alleen wij werken eerder vanuit een ‘niet-weten- houding’ als begeleider, dan dat we allerlei dingen bij voorbaat niet aanbieden.

Uiteraard passen we alle lesmodules aan op basis van de leeftijd. En soms bieden we variaties met meer of minder uitdaging aan voor de leerling om uit te proberen. Het kan ook betekenen dat we ter plekke de les aanpassen, als we merken dat er meer of minder mogelijkheden zijn.

A: In onze lessen laten we jonge makers kennis maken met verschillende materialen, gereedschappen & technieken. Daarbij nodigen we hen uit om vooral zelf te doen en te maken. We focussen ons voornamelijk op het proces hoe iets gemaakt word, niet hoe het er uiteindelijk uitziet. We geven bijvoorbeeld tips, stellen vragen, en benoemen vaardigheden. Bij een opdracht om een vliegtuig te maken, zijn er dan allerlei variaties van dat vliegtuig. Want de een heeft vooral geoefend met zagen, waardoor er minder tijd is geweest voor timmeren van latten met een kleiner ontwerp als eindresultaat. De ander heeft juist heel veel geoefend met timmeren, met de latten die er al waren, en heeft een groter ontwerp als eindresultaat. Maar ze hebben beiden een vliegtuig naar eigen ontwerp, dankzij allerlei stappen die in het proces zijn genomen.

A: We werken soms wel met voorbeelden, maar meestal niet. Wij geloven dat iedereen creatief vermogen heeft. We werken vooral met inspiratie van verhalen & kunstwerken, uitnodigingen en suggesties, in plaats van kant & klare voorbeelden van een eindresultaat. Natuurlijk heb je leerlingen die dan wat lastiger op gang komen, omdat zij juist heel goed kunnen werken met voorbeelden. Wij stimuleren deze leerlingen dan in hun creatief vermogen door ze uit te nodigen om materiaal te verkennen, te kijken wat anderen doen, en te experimenteren met materiaal of toepassing om zo toch tot een beeld te kunnen komen.

A: In onze optiek kan techniek niet zonder kunst, kunst niet zonder natuur, en natuur niet zonder techniek. Al onze programma’s omvatten meerdere thema’s, welke heel goed overeenkomen met dit model. Er is niet echt een lekker klinkende Nederlandse vertaling, maar we gebruiken dit model veel als basis voor ons maak- onderwijs.

* Science and Technology interpreted through Engineering and the Arts, all based in Mathematical elements

A: We werken soms met specifieke bouwinstructies, op basis van een vast voorbeeld. Dan gaat het in deze lessen niet zozeer op het product wat gemaakt word, maar is de focus anders. Dan concentreren we het creatief vermogen op het volgen van een stappenplan en het beoefenen van een specifieke vaardigheid.

A: Dat hoeft ook niet. We nemen alles zelf mee en hebben zelfs bescherming voor de tafels in de klas. Hiermee kunnen timmeren & zagen in de klas, waarbij we de tafels zo min mogelijk beschadigen.

A: Ja, we nemen veel van ons gereedschap ook mee in de kleuterklas zoals zagen. Onze visie is dat kinderen meer kunnen dan we vaak denken, dus wij bieden vaker materialen aan wat niet zo snel gebruikt word in de onderbouw. Uiteraard met een duidelijke instructie en wanneer het toch te lastig is, passen we de les aan of halen we materiaal weer weg.

A; Dat heeft te maken met een stuk respect. In het kader van - ik zie jou, zie jij mij?- Door de moeite die wij nemen om een namenrondje te doen, bouwen we gelijk meer rapport op met de leerlingen van de groep. Waardoor de rest van les meestal veel prettiger verloopt. Heel soms hebben we daar echt geen tijd voor, omdat we maar een hele beperkte tijd is voor ons, maar dan nog proberen we z.s.m. namen te gebruiken om een leerling aan te spreken.

A: De lessen zijn altijd op dezelfde manier opgebouwd:

• Intro/voorstellen

• Kennismaking/binnenkomer

• Opwarmopdrach

• Maakopdracht

• Opruimen

• Reflecteren/vooruitblik

A: We brengen zelf alle gebruiksmaterialen & gebruiksmaterialen mee, tenzij anders is afgesproken. We hebben een werkplek nodig en indien nodig een plek om werk tussendoor op te slaan. Verder is het aan de groepsleerkracht wat hij/zij prettig vind. Wij zijn op dat moment de vakleerkracht in de klas met het onderwerp wat we hebben afgesproken. Als groepsleerkracht kan je actief participeren als creatief maker of juist het moment gebruiken om andere taken te doen.